Op een mooie herfstdag brengen Carla en ik een bezoek aan de markt in Scherpenzeel. We lopen de straat door om een stukje overheerlijke belegen kaas te gaan kopen. Een meneer van rond de zestig loopt op ons af en begroet ons vriendelijk. Hij vraagt direct: “U bent toch de meneer, die de verhaaltjes in de krant schrijft?” Ik geef hem verrast de hand en zeg: “Goedemorgen, ja ik ben Henrie Pastoor, de columnist van de krant.” Wat leuk dat u mijn stukjes leest.” “Ja, ik herken u van de foto. U schrijft leuk!” zegt hij. “Ik lees uw stukjes graag. Weet u, ik heb ook wel een verhaaltje voor u.” En voordat ik kan reageren, vertelt hij al verder.

 

“Ik heb één dochter en twee zoons, meneer Pastoor, alle drie al volwassen. Mijn dochter, Jessica, is mijn oogappeltje, dat is altijd al zo geweest. Het is een lieve meid en papa kan ook geen kwaad bij haar doen, haha. We zijn, zoals ze dat noemen, twee handen op één buik. Jessica kon goed leren en toen ze geslaagd was voor het Atheneum, wilde ze naar de universiteit. En weet u wat ze wilde studeren, meneer Pastoor?” Ik zeg dat ik geen idee heb. “Rechten! Eigenlijk waren we niet eens verbaasd, mijn vrouw en ik. Van jongs af aan kon Jessica niet tegen oneerlijkheid. Wat kon ze boos worden, als er iemand onrecht werd aangedaan. Dan waren de rapen gaar, hoor! Ja ja, het is een pittige tante.  Maar goed, Jessica ging studeren. Ze heeft erg hard gewerkt, de hoge cijfers kwamen haar niet aanwaaien. Maar ze is een doorbijter en heeft alles gehaald.” De trots straalt van zijn gezicht.

“Jessica kon al snel aan de slag als jurist bij een vastgoedonderneming. Ze had het er prima naar haar zin en het werk ging haar goed af. Na een tijdje wilde ze wel iets meer uitdaging in haar werk. Ze sprak hierover met haar afdelingsleider. En warempel, die man begreep haar. Hij vertelde dat binnen een jaar de afdeling zou worden uitgebreid en Jessica in aanmerking zou komen voor promotie, uiteraard met salarisverhoging.”

“Maar wat gebeurde er, meneer Pastoor? Na een jaar bleek dat de uitbreiding van de afdeling niet doorging.  Jessica kon fluiten naar haar promotie en salarisverhoging. En weet u wat ze het ergst vond? Het werd haar niet eens verteld. Ze moest er via anderen achterkomen. Ze heeft toen een gesprek met haar leidinggevende aangevraagd en die bevestigde het alleen maar. Hij dacht dat ze dat wel in de gaten had. Begrijpt u nu zoiets?” Ik geef aan, dat ik dit een vreemde gang  van zaken vind. Gebrek aan goede communicatie kan funest zijn.

“Tsja”, vervolgt de man, “u begrijpt natuurlijk dat ze het daarna niet meer naar haar zin had op haar werk. Het was het begin van een groot conflict. Uiteindelijk heeft ze ervoor gekozen om haar biezen te pakken. Jammer hoor, want het was een mooie baan. En weet u, als ik dan die verhaaltjes van u lees, moet ik vaak aan mijn Jessica denken. Denkt u niet, meneer Pastoor, dat dit op een andere manier opgelost had kunnen worden?”

 

Henrie Pastoor,
Vallei Mediation.

toekomst

(I.v.m. privacy zijn in dit waargebeurde verhaal persoons-/plaatsnamen en situaties gefingeerd.)

Weet u, meneer Pastoor…