Vandaag krijg ik buren op bezoek. Niet mijn eigen buren, maar buren uit een dorp verderop. Ze hebben een conflict.
Ik zie twee fietsers aankomen: buurstel Visser. We begroeten elkaar en gaan naar de praktijkruimte. Al snel daarna komen de andere buren, familie Bos, binnen. De begroeting verloopt koel en de spanning is duidelijk voelbaar. Buurvrouw Visser schuifelt zenuwachtig met haar voeten, buurman Bos plukt onrustig aan zijn baard, buurman Visser trommelt met zijn vingers op tafel en buurvrouw Bos staart nietszeggend naar buiten. Ik doorbreek de stilte door iedereen van koffie te voorzien, ondertussen kletsend over een recente politieke gebeurtenis. Dit breekt enigszins het ijs.
Na een korte kennismaking, kom ik op de reden van hun bezoek: het burenconflict. “Graag zou ik van jullie het verhaal over het conflict willen horen.” Er volgt weer geschuifel. “Wie neemt de aftrap?” Buurman Bos schraapt zijn keel: “Dat wil ik wel doen, ik heb deze mediation voorgesteld.” “Vertel jullie verhaal maar”, zeg ik, waarna hij verder gaat: “Hetty en ik komen oorspronkelijk uit Amsterdam en hebben een jaar geleden het huis in de Mandelastraat gekocht. Een huis met achterstallig onderhoud, dus met veel kluswerk. Een tijdje geleden wilden we aan de zijkant van het huis de boeiboorden gaan vervangen. Van een vriend kon ik een steiger lenen. We belden bij de buren aan om te vragen of we de steiger in hun tuin konden plaatsen om zo de boeiboorden te vervangen. Maar wat schetst onze verbazing? De deur werd voor onze neus dicht gegooid. Wat ik ook probeerde, ik kreeg alleen maar te horen dat we de steiger niet mochten opbouwen. Dit conflict duurt al een paar maanden.”
Na dit verhaal steekt buurvrouw Visser van wal: “We hebben geen dag rust meer: getimmer, geboor en gebonk. Zelfs op zondag! Geen enkel respect voor ons geloof. En dan komen vragen of ze met de steiger op onze grond mogen. Nou, echt niet!”
De emoties zitten hoog. Ik vraag familie Bos wat dit met hen doet. “We wisten niet dat u gelovig bent”, zegt buurvrouw Bos, “dat hadden jullie ons weleens mogen vertellen.” “Jullie hebben zelfs nooit de moeite genomen je aan ons voor te stellen”, reageert buurman Visser, “dus geen wonder dat jullie niets van ons weten. We zitten hier niet in Amsterdam, waar je je eigen buren niet eens kent.”
Het is al snel duidelijk waar de schoen wringt. “Ik begrijp, dat er van alles is misgegaan in de communicatie, of eigenlijk het ontbreken daarvan. Als we eens kijken naar de toekomst: Wat hebben jullie van elkaar nodig, om op een prettige manier naast elkaar te kunnen wonen?” “Zondagsrust”, reageert buurvrouw Visser, “dat is voor ons belangrijk.” “Openheid”, zegt buurvrouw Bos, “wij zijn gewend om heel direct te zijn en te praten, als iemand iets niet bevalt.” We praten een tijdje hierover door: hoe bereik je respect voor elkaars verschillende levenswijzen. Familie Bos erkent dat zij niet zo’n goede start hebben gemaakt en familie Visser geeft toe dat zij de nieuwe buren voor een bakkie hadden kunnen uitnodigen. Dan worden er concrete afspraken gemaakt en begraven de buurtjes hun strijdbijl. “Die is namelijk niet nodig voor de verbouwing”, grapt buurman Bos.
Henrie Pastoor
Vallei Mediation
(I.v.m. privacy zijn in dit waargebeurde verhaal persoons-/plaatsnamen en situaties gefingeerd.)