Bij station Veenendaal-De Klomp stap ik in de trein die me naar Alkmaar brengt. Ik heb daar een kennismaking met collega mediators. Het is druk in de trein en ik hoop op een zitplaats. Ik zie dat er gelukkig nog een stoel vrij is. Een meneer neemt vriendelijk zijn tas van de vrije zitplaats naast hem en ik ga zitten. We begroeten elkaar vriendelijk, waarna hij wegduikt in zijn mobiel om de volgende level van een spel te spelen.
Ik heb voor deze reis een boek meegenomen. Ik neem me regelmatig voor om vaker een boek te lezen, want ik heb voldoende ongelezen exemplaren in de kast. Toch komt het er vaak niet van. Ik heb nu voor een ontspannen boek van Herman Finkers gekozen, een sinterklaascadeau waarmee ik nu eindelijk ga beginnen. Ik lees de eerste bladzijde en kan direct al genieten van de heerlijke humor.
Mijn treinbuurman is het spel op zijn mobiel blijkbaar beu, want hij zet plots, het lijkt wel boos, zijn mobiel uit. “Level niet gehaald?”, vraag ik. Hij kijkt me aan en dan verschijnt er een grijns op zijn gezicht. “Ach ja, waar maak ik me druk om.” Dan vraagt hij waar mijn reis naartoe gaat. “Naar Alkmaar”, vertel ik. “Ik heb een afspraak voor mijn werk.” “Mag ik u vragen wat u voor de kost doet?”, vraagt hij. Ik antwoord: “Ik ben mediator, ik bemiddel bij verschillende soorten conflicten.” “Dat is mooi werk, meneer”, reageert mijn treinbuurman, “Dan zult u wel veel meemaken.” Ik beaam dit. “Bemiddelt u ook in burenruzies?” “Jazeker”, antwoord ik, “heeft u ervaring met een burenruzie?” Zijn gezicht verstrakt. “Praat me er niet van, meneer, ik heb een buurvrouw met zeer lange tenen, ze kan niets verdragen. Als onze kleinkinderen op bezoek zijn, dan vindt ze dat ze teveel lawaai maken. Wanneer ik aan het klussen ben, dan heeft ze last van het geluid. Als de auto van onze visite voor haar raam staat geparkeerd, dan moppert ze alweer. Mijn vrouw en ik doen voor ons gevoel ons best om rekening met haar te houden, maar het lijkt alsof we het nooit goed kunnen doen.”
“Loopt de situatie wel eens uit de hand?”, vraag ik. “Jazeker, regelmatig reageert ze furieus. Ze heeft een zeer kort lontje.” “Weet u”, zeg ik, “vaak zit er meer onder de ijsberg, als u begrijpt wat ik bedoel. Denk aan jaloezie of eenzaamheid. Er kan van alles achter zitten. Misschien is het een idee om daar achter te komen.” Hij knikt bedachtzaam. “En weet u”, vul ik aan, “vaak kan men met humor veel bereiken.”
Allebei zitten we dit te overdenken tot mij plots iets invalt: Ik zeg: “Weet u, over humor en tenen gesproken: bij mijn schoonvader zijn noodgedwongen door suikerziekte een paar tenen in het ziekenhuis afgezet. Dat is natuurlijk best heftig. Maar hij laat zich niet zo snel uit het veld slaan en beschikt over een gezonde dosis humor. Mijn zwager ging bij hem in het ziekenhuis op bezoek en mijn schoonvader zei direct: “Ik vraag bij de eerstvolgende afspraak bij de pedicure korting aan!”
Henrie Pastoor
Vallei Mediation
(I.v.m. privacy zijn in dit waargebeurde verhaal persoons-/plaatsnamen en situaties gefingeerd.)