Het is oudejaarsdag, tijd om oliebollen te bakken. De taken zijn eerlijk verdeeld: Carla maakt samen met Jørgen, de jongste telg van ons gezin, het beslag volgens (schoon)moeders’ recept en ik neem het bakken voor mijn rekening. Op oudejaarsdag bekruipt me altijd een weemoedig gevoel. Starend naar de pruttelende bollen in de hete olie, denk ik terug aan gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Wat vliegt zo’n jaar voorbij en wat waren er toch weer mooie momenten. Nu maken we ons op voor een ‘gówwe roetsj’, zoals men in Limburg zegt.
“Heb jij goede voornemens voor het nieuwe jaar?”, vraagt Jørgen aan mij. Daar moet ik even over nadenken. Ik heb een beetje moeite met goede voornemens. In de top tien van goede voornemens staan o.a.: stoppen met roken, ontstressen, meer sporten en diëten. De laatste twee zouden ook goed voor mij zijn. Vandaar misschien mijn antipathie, haha. Ik heb sowieso moeite met het woord “voornemen”. Het is zo’n zwakke uitdrukking. Het lijkt bijna of een voornemen al gedoemd is te mislukken. Als je iets wilt veranderen aan jezelf, dan is het goed daar helemaal voor te gaan. Doe je dat niet, dan gaat het meestal niet werken.
Ergens begrijp ik het wel. Een nieuw jaar voelt als een nieuw begin. Het lijkt alsof we de kans aangrijpen om iets te verbeteren of te veranderen. En om dit doel te bereiken, bedenken we goede voornemens om de start extra te onderstrepen, als een extra duwtje in de rug.
“Heb jij goede voornemens?”, vraag ik Jørgen. “Ja”, zegt hij. “Vanavond, als we vuurwerk afsteken, schrijf ik mijn goede voornemen op een briefje en maak het aan een vuurpijl vast.” Ik moet direct aan Miriam denken. Begin vorig jaar belde ze me op en vertelde een soortgelijk verhaal als Jørgen. Op oudejaarsavond had Miriam namelijk een briefje met haar goede voornemen: “Ik wil in dit nieuwe jaar weer gelukkig worden!” aan een vuurpijl bevestigd. In de weken daarop liet dit haar niet los. Ze wist wat ze nodig had om gelukkig te worden: het beëindigen van haar relatie. Hiermee worstelde ze al maanden, het verstikte haar enorm. “Ik ga gehoor geven aan mijn goede voornemen”, vertelde ze me. “Een paar weken geleden heb ik het mijn man verteld. We zijn nu zover dat we stappen gaan ondernemen.” Gelukkig hadden Miriam en haar man nog een goed voornemen, namelijk om hun scheiding harmonieus te laten verlopen. Ze gingen daar helemaal voor en dat is hen ook gelukt.
Of ik een goed voornemen voor het nieuwe jaar heb? Ik weet het nog niet. Wel heb ik nu het voornemen om revanche te nemen op Jørgen, die mij vanmorgen beet heeft genomen met een grap. Ik pak een vers gebakken oliebol, leg hem op een schoteltje, strooi er eerst zout over en daarna een laagje poedersuiker. “Alsjeblieft Jørgen, de eerste oliebol is voor jou, omdat jij zo goed geholpen hebt vanmorgen.” Blij neemt hij een flinke hap en trekt daarna een erg vies gezicht. “Hij smaakt verschrikkelijk zout!” Terwijl hij dat zegt, loop ik schaterend terug naar de keuken. We hebben het direct goed gemaakt, hoor. Hij kreeg daarna een heerlijke smaakvolle en welverdiende oliebol.
Henrie Pastoor
Vallei Mediation
(I.v.m. privacy zijn in dit waargebeurde verhaal persoonsnamen van cliënten en situaties gefingeerd)